De bouwvakvakantie, korter gezegd de bouwvak, is traditioneel de vakantieperiode in de zomer voor werknemers in de bouwsector. En ook al is de bouwvak niet meer verplicht voor bedrijven, toch zijn er nog veel ondernemers die alsnog vasthouden aan die vaste weken vakantie. Maar wat is nou precies die bouwvak en hoe is deze ontstaan? Je leest er hier alles over!
Oorsprong
Bijna een eeuw geleden, in 1929 werd in de cao van de bouwsector het recht op vakantie vastgelegd. Destijds duurde die vakantie nog niet drie weken, maar hadden werknemers recht op drie dagen vakantie. Pas in 1965 werden die drie vakantiedagen uitgebreid tot vijftien dagen, oftewel de drie weken zoals we ze nu nog steeds kennen.
Tot 1982 was de bouwvakvakantie verplicht door de overheid. Sindsdien mogen bedrijven zelf beslissen of ze die specifieke data aanhouden of dat hun werknemers zelf een periode kiezen om vrij te nemen.
Idee achter de bouwvak
De bouwvak wordt per regio bepaald en valt altijd samen met de zomervakantie in het onderwijs. Het idee hierachter is heel simpel: het gaf en geeft gezinnen de mogelijkheid om samen van hun welverdiende vakantie te genieten. Toch is er nog een belangrijke reden om vakanties in een vaste periode te laten plaatsvinden. In de bouw werken diverse specialisten samen om een project tot stand te brengen. Wanneer één specialist klaar is, kan de volgende verder. Gaan al die vakmannen in verschillende periodes op vakantie, dan duurt het veel langer om een project af te maken. Het is dus veel logischer om allemaal tegelijk, voor een korte periode het werk neer te leggen en dan ook allemaal weer samen verder te gaan.
Vakantiegeld en vakantiebonnen
Naast die drie vrije dagen kregen ze vroeger trouwens ook vakantiezegels, die ze konden omzetten in vakantiegeld. De reden? Ze waren bang dat de bouwvakkers hun vakantiegeld meteen er doorheen zouden jagen wanneer dit rechtstreeks met het normale salaris uitbetaald zou worden. Die zegels waren helaas erg fraudegevoelig, waardoor in 1985 een nieuw systeem werd ingevoerd. Werkgevers maakten een vast bedrag per maand over aan het ‘Vacantiefonds’. Werknemers kregen daar weer een afschrift van met hun vakantietegoed. Tegenwoordig is het bonnensysteem door de meeste bedrijven omgezet naar de jaarlijkse uitkering van vakantiegeld.
Kansen voor zelfstandig ondernemers
Ondanks de afschaffing van de verplichte bouwvak, zijn er nog veel bedrijven en vakmannen die de ‘officiële’ bouwvak aanhouden. Dit biedt veel kansen voor kleinere bedrijven en zelfstandig ondernemers, aangezien er in die weken veel minder concurrentie is. ZZP’ers zonder kinderen vinden het vaak helemaal perfect om in de zomer te kunnen werken. Zij gaan juist liever buiten het hoogseizoen op vakantie en gebruiken de bouwvak om klussen op te pakken die ander bedrijven laten liggen.
Bouwvak doorzetten of afschaffen?
Zoals we al aangaven, kiezen steeds meer bedrijven en zelfstandig ondernemers ervoor om niet meer die vaste bouwvak aan te houden. Ongeveer twee derde van alle werkzame personen in de bouw werkt gewoon door tijdens die weken en kiest zelf een periode om op vakantie te gaan. Toch zijn er ook nog steeds (kleine) bedrijven die graag vasthouden aan de zekerheid van de bouwvak. Meestal uit gemak, omdat ze dan geen planning hoeven te maken. De vraag blijft wel hoe lang die collectieve vakantieweken nog blijven bestaan, want er gaan steeds meer stemmen op om de bouwvak -nog voor de 100e verjaardag- vaarwel te zeggen.
Op zoek naar een vakman bij u in de regio? Vind hier een overzicht van alle vakmannen. Of ga direct naar: aannemer, electricien, hovenier, klusjesman, loodgieter, schilder, stukadoor of timmerman.
Keurmerkhouder worden? Klik dan hier!
Hoe heette dat ook al weer wanneer de vakantiebonnen in 1 keer erdoorheen gejaagd werden bij het inluiden van de bouwvakvakantie?